Mobiele seinen - Railpassie

Title
Ga naar de inhoud
Mobiele seinen langs het spoor
1. Algemeen
De mobiele seinen langs het spoor zijn seinen die te allen tijde en op een willekeurige plaats langs het spoor gebruikt kunnen worden.
Zij richten zich zowel tot grote als tot kleine bewegingen, zonder echter de aard noch het regime van de bewegingen te bepalen of om te vormen (uitzondering hierop is de overgang van het TS naar het NS door het vertonen van het geel mobiel sein in een station).
2. Vlaggen
De vlag alleen gebruikt men slechts overdag bij goede zichtbaarheid. Bij mist wordt de vlag samen met het overeenkomstige gekleurde licht van een lantaarn gebruikt.
3. Lantaarns
Het licht van een lantaarn alleen gebruikt men slechts ’s nachts en in de tunnels. Bij mist wordt de lantaarn samen met de overeenkomstig gekleurde vlag gebruikt.
4. Rood bord
Het rode bord alleen is slechts overdag gebruikt, buiten de tunnels en voor zover er geen sprake is van mist; ‘s nachts, in de tunnels en bij mist is het bevestigd door een lantaarn met een rood licht.

RODE VLAG, LANTAARN OF BORD

Het rood mobiel sein legt de stilstand op aan alle bewegingen!!!!!
De rode vlag of lantaarn met rood licht wordt ofwel:
  • snel gezwaaid;
  • vertoond langs links of rechts van het bereden spoor;
  • in het bereden spoor geplaatst.
Het rode bord is altijd in het midden van het spoor opgesteld.
Indien er overdag, onvoorzien en bij gebrek aan een rode vlag, snel gezwaaid wordt met eender welk voorwerp, behalve geel of groen, heeft dit dezelfde betekenis als een gezwaaide rode vlag.
Het rood mobiel sein kan aangevuld zijn met één of meerdere klappers.
GELE VLAG OF LANTAARN


Het geel mobiel sein
De gele vlag of lantaarn met geel licht wordt links of rechts van het betrokken spoor vertoond.
Het wordt gebruikt:
  • Aan de in- of uitrit van een station voor het signaliseren van een aan de bestuurder medegedeelde overgang van het tegenspoor naar het normaalspoor.
De gele vlag legt een beperkte snelheid van maximum 20 km/h op, vanaf de plaats van de vlag tot een volgende snelheidsaanduiding.
  • Tijdens voorziene WERKEN (SEMES) met een mogelijke indringing in het vrijeruimteprofiel van het bereden spoor.
Doorrit toegelaten. De snelheid van de beweging moet zodanig geregeld worden dat ze kan stoppen voor de eerstvolgende rode vlag.

GROENE VLAG OF LANTAARN


Het groen mobiel sein
Doorrit toegelaten.
Het vertonen van een groene vlag of lantaarn met groen licht betekent:
  • dat het vrije ruimteprofiel vrij is, tijdens werken met mogelijke indringing in het vrije ruimteprofiel;
  • ter hoogte van een tussengelegen blokpost, de toelating de rit verder te zetten tijdens een niet gesignaliseerd toevallig verkeer op tegenspoor. De bestuurder wordt daarvan op voorhand ingelicht door de IB.

GELIJKTIJDIG VERTOONDE GELE EN GROENE VLAG (OF GELE EN GROENE LANTAARN)


Het gelijktijdig vertoond geel en groen mobiel sein legt aan de bestuurder een snelheidsbeperking van 20 km/h op over een afstand van 50 meter. Over het algemeen wordt deze methode voor vermindering van de snelheid gebruikt bij werken aan spoortoestellen.
De oorsprong ervan bevindt zich ter hoogte van de vertoonde mobiele seinen.
  • Wanneer de gesignaleerde snelheid 40 km/h of minder bedraagt, mag het geel - groen mobiel sein op gelijk welke plaats vertoond worden.
  • Wanneer de gesignaleerde snelheid ter hoogte van het vertonen hoger is dan 40 km/h moet de beweging voorafgaandelijk worden stilgehouden voor een gesloten stopsein.
Vervolgens mag het geel - groen mobiel sein in een zone tot maximaal 300 meter afwaarts van het stopsein vertoond worden. De bestuurder is op voorhand niet geïnformeerd.
Beveiliging van een werf met indringing in vrije ruimteprofiel met mobiele seinen
Wanneer werken uitgevoerd worden met een mogelijke indringing in het vrije ruimteprofiel van een in dienst zijnde spoor, worden de bewegingen beschermd door mobiele seinen die aangekondigd worden met aankondigingsborden.
EEN BTS WORDT OPGESTELD VOOR HET IN DIENST ZIJNDE SPOOR WAARVAN ER MOGELIJK INDRINGING IN HET VRIJE RUIMTEPROFIEL PLAATSVINDT EN DE BEVEILIGING GEREALISEERD WORDT DOOR MIDDEL VAN MOBIELE SEINEN.
De signalisatie voor de bescherming tegen indringing in het vrije ruimteprofiel van een in dienst zijnde spoor maakt deel uit van de tijdelijke snelheidssignalisatie (BTS).
Op het BTS moet het volgende weergegeven worden:
dat de betrokken beveiligingsseinen tegen indringing in het vrije ruimteprofiel van het spoor in dienst op elk ogenblik geplaatst of weggenomen kunnen worden tijdens om het even welke periode dat het BTS van toepassing is;
de identificatie van het spoor waarin in het vrije ruimteprofiel ingedrongen.
De opstelling van de mobiele seinen en de tijdelijke snelheidsborden is hieronder weergegeven.
[image:image-20]
Het mobiel sein (geel of groen) dat een mobiel sein aankondigt dat de bescherming tegen indringing in het vrije ruimteprofiel verzekert (rood of groen), bevindt zich tussen het aankondigings- en oorsprongsbord van de tijdelijke zone met snelheidsbeperking (mobiel aankondigingssein).
Het mobiel sein dat de bescherming tegen indringing in het vrije ruimteprofiel verzekert, bevindt zich tussen het oorsprongsbord van de tijdelijke zone met snelheidsbeperking en de oorsprong van de zone waar er in het vrije ruimteprofiel ingedrongen kan worden (mobiel beveiligingssein).
Wanneer de bestuurder geen mobiel sein ontmoet tussen het aankondigings- en het oorsprongsbord van de tijdelijke zone met snelheidsbeperking (aangevuld met het aankondigingsbord van een vlag), stopt hij onmiddellijk.
Indien er geen bediende ter plaatse is die het hervatten van de normale rit kan toelaten door het vertonen van een groen mobiel sein, rijdt de bestuurder verder waarbij hij echter tot 3000 m afwaarts van het oorsprongsbord op zicht rijdt. Tijdens deze rit op zicht moet de bestuurder er rekening mee houden dat men hem een rood mobiel sein kan vertonen.
De bestuurder vermeldt deze onregelmatigheid in zijn verslag en meldt ze aan "Traffic Control".
Periode tijdens de welke er geen gevaar is voor indringing in het vrije ruimteprofielPeriode tijdens de welke er geen gevaar is voor indringing in het vrije ruimteprofiel
Het BTS kan aangeven dat de mobiele seinen slechts vertoond worden wanneer het bord aangebracht is boven de borden of wanneer ze niet afgedekt zijn.

Wanneer de werken tijdelijk opgeheven zijn, zijn de aankondigingsborden van een vlag weggenomen of afgedekt.
In ieder geval moet de bestuurder de tijdelijke snelheidsbeperking in acht nemen.

MOBIEL AANKONDIGINGSSEIN


MOBIEL BEVEILIGINGSSEIN


Terug naar de inhoud